Liemers Verleden Archeologie Didam

Gemeente Didam: inleiding

Iedereen die de historie van Didam wil bestuderen, zal veel gegevens kunnen vinden over de laatste vier eeuwen. Wat er vanaf pakweg 1600 na Christus zoal in de gemeente gebeurde, is met enige moeite terug te vinden in o.a. de archieven van de gemeente Didam en het Gelders Archief te Arnhem. Wil men echter meer weten over de geschiedenis van Didam in de Middeleeuwen en de vele eeuwen daarvoor, dan laten de archieven, de zogenaamde geschreven bronnen, ons al snel in de steek. We zullen op zoek moeten gaan naar wat onze (verre) voorouders ons aan tastbare bewijzen voor bewoning in het verleden hebben nagelaten in de vorm van funderingen van Middeleeuwse gebouwen, aardewerk scherven van potten, schalen, borden of bekers uit allerlei perioden of waterputten en huisplattegronden.

Dit zoeken kan door middel van het aflopen van bouwland na het ploegen waarbij scherven etc. naar boven gewerkt zijn. Ook kan men bijvoorbeeld op plaatsen waar bewoning in het verleden hoogstwaarschijnlijk is, met behulp van een graafmachine, zogenaamde opgravingsputten aanleggen. Als men gaat kijken naar wat er in in de gemeente Didam in het verleden op bovenstaande wijze aan tastbare zaken is gevonden, dan blijkt dat er al wel enige bewijzen voor oude bewoning zijn. De hoeveelheid stelt nog niet veel voor. Zo werden met name door wijlen Nol Tinneveld al meerdere meldingen gedaan van bodemvondsten. Bijvoorbeeld Steentijdvondsten aan de Koningsweg tussen Didam en Beek en IJzertijdvondsten op vijf andere plaatsen in Loil en Didam. Het merendeel van zijn vondsten werd echter bij toeval gedaan en berustte niet op bewust en systematisch onderzoek.

Sinds 1988 is daar verandering in gekomen. Henk Tomas uit Didam begon in dat jaar met het zoeken naar scherven etc. op geploegde akkers die op oude bewoningsplaatsen zouden kunnen wijzen. Op meerdere plaatsen vond hij aanwijzingen voor de (tijdelijke) aanwezigheid van mensen vanaf de Midden Steentijd, zo'n 7000 jaar geleden. Ook het gebied tussen grofweg de Tatelaarweg en de Hengelderweg werd regelmatig onderzocht. Van oudsher heet het Het Hoge Veld, recenter staat het bekend als De Kollenburg. In het verleden was er in dit gebied al het een en ander gevonden uit de IJzertijd. Vanaf 1989 begon het steeds duidelijker te worden dat De Kollenburg een waardevol bodemarchief moest bevatten. Tussen 1997 en 2001 vonden er meerdere opgravingen plaats, door zowel de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek als door amateurarcheologen uit de regio.
Het meest recente onderzoek vond plaats aan de Kloosterstraat in Loil. Hier werden tijdens een noodopgraving o.a. enkele huisplattegronden en waterputten uit de Middeleeuwen aangetroffen.

Klik voor een overzichtskaart per periode op een van de tijdperken linksboven.
 

 

Terug naar de vorige pagina