Noodopgraving te LoilDatum: 22 april 2002 (laatste update: 25 april 2002) Al een aantal jaren geleden hebben wij door veldverkenning ontdekt dat op de akker die lag aan de Kloosterstraat/Kapelstraat te Loil aardewerkscherven te vinden waren die stamden uit een tweetal tijdperken. Allereerst vonden wij scherven uit de IJzertijd, de periode tussen 250 jaar voor Christus en 50 jaar voor Christus. Ook troffen we scherven uit de Late Middeleeuwen aan, om precies te zijn de periode tussen 800 en 1500. Toen de eerste plannen bestonden om op dit terrein woningen te gaan bouwen, hebben wij, de Historische en Archeologische Stichting, ook de gemeente Didam en de Provincie Gelderland op de hoogte gesteld van onze bevindingen. Allereerst werd door archeologen een booronderzoek verricht waarbij gekeken werd hoe de opbouw van de bodem was en welke overblijfselen uit vroeger tijd konden worden aangetroffen.
Het booronderzoek bevestigde onze bevindingen en men besloot een proefopgraving te gaan doen. Deze keer werden niet alleen scherven gevonden, maar vond men ook sporen van mogelijk twee boerderijen uit de negende tot de twaalfde eeuw. Juist deze periode is belangrijk voor de bewoningsgeschiedenis van Loil en Didam omdat toen een nieuwe golf van bewoning plaatsvond (in de vroege middeleeuwen was Nederland maar spaarzaam bewoond). Ook is het bekend dat in dit tijdvak veel aan ijzerwinning en -bewerking werd gedaan op het Montferland en in de directe omgeving. Ook is het de periode dat we voor het eerst kennis kunnen maken met het geslacht Loil.
Middels de noodopgraving die wij thans verrichten, proberen we meer te weten te komen over de mensen die hier vroeger woonden.
Onze opgraving van o.a. een inheems-Romeinse nederzetting op het industrieterrein Kollenburg resulteerde in een aantal bijzondere vondsten en in een prachtig boekwerk dat nog steeds bij boekhandel Kuppens in Didam te koop is (maar natuurlijk ook via internet is te bestellen, zie daarvoor de speciale pagina). |