Begraafplaatsen in Doesburg
In de gemeente Doesburg bevinden zich twee begraafplaatsen; de algemene begraafplaats aan de Meipoortstraat, en de R.K. begraafplaats aan de Kraakselaan.
De algemene begraafplaats is de oudste begraafplaats en werd in 1829 aangelegd op de restanten van het Meipoortbolwerk. De ovale begraafplaats heeft een markant poortgebouw aan het voorplein en wordt aan alle andere zijden omgeven door het water van de stadsgracht. Het geheel is ontworpen door de tuinarchitect Johan David Zocher en aangelegd in Engelse landschapsstijl. Het poortgebouw is een rijksmonument.
In de binnenste ring van de begraafplaats liggen een aantal bijzondere graven. Het grafmonument van de familie Ver Huell springt in het oog door het standbeeld van een zittende engel tussen de twee grafzerken. Onder andere kunstenaar Alexander Ver Huell en burgemeester M.E. Ver Huell liggen hier begraven. Het beeld is door Alexander zelf ontworpen en gemaakt door de Arnhemse beeldhouwer Franz Stracké. Ook het grafmonument van Wijck is bijzonder; een obelisk. Het graf van commandant Willem de Vaynes van Brakell is een indrukkende grafsteen met daarop een doodshoofd met eromheen een slang die in zijn eigen staart bijt. De grafsteen is afgezet met een groot metalen hek.
De begraafplaats heeft niet alleen indrukwekkende graven maar ook de beplanting is bijzonder. Vele bomen hebben een aanzienlijke leeftijd. Rechts van het middenpad stond tot 2016 de dikste beuk van Nederland. De rode beuk (fagus sylvatica) had een omtrek van zo’n 8,2 meter en stond op de nationale monumentale bomenlijst. Waarschijnlijk werd de beuk geplant bij de aanleg van de begraafplaats in 1829. Helaas was de conditie van de boom zo slecht dat hij in mei 2016 gekapt moest worden.
De Rooms-katholieke begraafplaats is kort na de algemene begraafplaats aangelegd. In plaats van een poortgebouw bestaat de toegang tot deze begraafplaats uit twee hekpijlers met als bekroning een dekplaat met daarop siervazen. De graven op de begraafplaats zijn hoofdzakelijk uit de twintigste eeuw en later. In het midden van de centrale laan staat een kruisbeeld achter de graftombe waarin meerdere priesters begraven zijn. Hierachter staat het lijkenhuisje uit 1860.
Naast de twee begraafplaatsen zijn er in de Martinikerk ook graven te vinden. In de kerk zijn ongeveer 170 grafzerken te bezichtigen, waarvan een groot deel stamt uit de periode van de tachtigjarige oorlog. Voor de verwoesting van de kerk in 1945 telde de kerk 311 graftegels. Ongeveer de helft hiervan is verloren gegaan tijdens de bevrijding. De overige 170 zijn bij de restauratie van de kerk teruggeplaatst.
Tot de Tweede Wereldoorlog telde Doesburg ook drie joodse begraafplaatsen. De oudste was aangelegd in 1662 en lag aan de Ooipoortwal. In 1723 mocht de joodse gemeenschap een tweede begraafplaats in gebruik nemen aan de Veerpoortwal. In 1805 werd deze plek uitgebreid met een tweede stuk grond zodat de begraafplaats een L-vorm kreeg. Toen ook deze plek in 1854 vol raakte, werd er een stuk grond in het Molenveld, in de tuin van het Weeshuis, aangewezen als joodse begraafplaats.
Al voor de Tweede Wereldoorlog waren de twee oudste begraafplaatsen al lange tijd niet meer in gebruik en sterk verwaarloosd. De stoffelijke resten van deze plekken werden in 1950 overgebracht naar de begraafplaats in het Molenveld. In mei 1952 werd de laatste begraafplaats overgedragen aan de gemeente. De joodse gemeenschap (kehilla) in Doesburg was te klein geworden en bij Arnhem gevoegd. De stoffelijke resten werden in 1963 overgebracht naar de joodse begraafplaats in Doetinchem.
Bronnen
- Documentatiecollectie inv. nr. 189
- F. Haans, Monumentengids Doesburg (Utrecht, 2008)
- http://www.omroepgelderland.nl/nieuws/2109842/Dikste-beuk-van-Nederland-in-Doesburg-wordt-verzaagd-tot-bankjes d.d. 11-08-2016
- Rengert van Kesteren, Een historische rondgang langs 20 zerken in de Grote of Martinikerk te Doesburg (2012)
- Hans Kooger, Joods leven in Doesburg (Zutphen 1981)