Het stadhuis van Doesburg
Het huidige gemeentehuis in Doesburg is een verzameling van een aantal historische panden die in de loop van de eeuwen zijn samengevoegd om het gemeentebestuur te huisvesten. Het opvallendste onderdeel is het schepenhuis dat gelegen is aan de Koepoortstraat. De datering van het gebouw is lastig. Al in 1389 wordt het schepenhuis in een bron genoemd, maar de bouwstijl van het schepenhuis lijkt eerder uit het einde van de vijftiende eeuw te komen. Ook blijkt uit bouwrestanten in het wijnhuis dat het schepenhuis tegen het reeds bestaande wijnhuis is geplaatst.
Het wijnhuis is gelegen achter het schepenhuis en ligt aan de Ph. Gastelaarsstraat. Het gebouw wordt ook wel Out Gelre genoemd. Het is gebouwd in 1420 en werd voor de bouw van het schepenhuis gebruikt door het stadsbestuur. In 1663 is besloten om het wijnhuis en het schepenhuis samen te voegen. De twee huizen kregen een gezamenlijke ingang aan de Roggestraat: een zandstenen poort met daarboven het wapen van de stad en het jaartal 1663.
Tijdens deze verbouwing werd de indeling van het wijnhuis veranderd. De ruimte werd door een muur in twee delen gesplitst. Het grootste vertrek werd ingericht als raadzaal met een schouw waarop een voorstelling van het Salomonsoordeel is afgebeeld door Robbert Middewinter. Het Salomons oordeel gold als een toonbeeld van wijsheid en onpartijdigheid en zou een voorbeeld moeten zijn voor de werkwijze van de schepenen. Boven de voorstelling staat de spreuk “Haec domus odit amat punit conservat honorat nequitem pacem crimina jura probos”. Dit betekent: “dit huis haat slechtheid, bemint de vrede, straft de misdaden, bewaart het recht en eert de rechtschapenen”.
In de loop van de jaren zijn de gebouwen regelmatig aangepast en veranderd. Aan het einde van de achttiende eeuw werden de trapjes van de achtergevel en de pinakels van de voorgevel verwijderd. Het leiendak werd vervangen door blauwe pannen. In 1813 werden de gevels gepleisterd en houten schuiframen aangebracht. Aan het begin van de twintigste eeuw hadden de panden veel van hun oorspronkelijke uiterlijke kenmerken verloren. Daarom werd in 1938 door de gemeenteraad besloten om een grote restauratie te laten plaatsvinden. Architect N. de Wolf, tevens wethouder van de gemeente Doesburg, kreeg de opdracht om de restauratie uit te voeren en de panden weer zo veel mogelijk in hun oorspronkelijke staat terug te brengen. Hij heeft hiervoor wel zijn wethouderschap moeten neerleggen. Op 4 juli 1940 kon het gerestaureerde stadhuis geopend worden.
In 1969 werd het Hof Gelria aan de Koepoortstraat 1 bij het gemeentehuis getrokken om het ontstane ruimtegebrek op te lossen. Het pand stamt uit omstreeks 1500 en is een zogenaamd laatgotisch dwarshuis. Oorspronkelijk bevond zich op de begane grond een grote zaal. In de achttiende en negentiende eeuw diende het gebouw als herberg en hotel en werd het interieur drastisch veranderd. Ook fungeerde het pand als tramhalte. De latere veranderingen aan het pand zijn in 1952-1953 hersteld waarbij de grote zaal wederom een plaats in het gebouw kreeg.
Achter het Hof Gelria is in 1996 door het gemeentebestuur een gedeelte nieuwbouw aan het gemeentehuis toegevoegd. De hoofdingang werd vanaf de Roggestraat verplaatst naar de nieuwbouw waardoor het stadhuis voortaan bereikbaar was via de Ph. Gastelaarsstraat.
Bronnen
- F. Haans, Monumentengids Doesburg (Utrecht, 2008) 187, 272-273
- T. de Roos, J. de Roos, Gemeentehuizen in Gelderland. Van Aalten tot Zutphen (Millingen aan de Rijn, 1995)72-76