Steenfabrieken in Westervoort
Door de ligging aan de rivieren de Neder-Rijn en de IJssel was de gemeente Westervoort uitstekend geschikt voor de baksteen- en dakpannenindustrie. De verschillende steenfabrieken waren voor de werkgelegenheid van de dorpen van groot belang. Uit diverse bronnen blijkt dat de diverse steenovens in 1871 ongeveer 230 mensen in Westervoort een baan verschaften. De eerste productie van bakstenen vond al plaats in de 18e eeuw maar de grote bloei van deze industrie vond plaats in de 19e eeuw.
In 1890 werd door de regering een onderzoek gedaan naar de arbeidsomstandigheden in fabrieken en werkplaatsen. Dit gaf een beeld van het werk in de steenfabrieken. De werkdagen waren lang, van vijf uur ’s ochtend tot zeven uur ’s avonds. Het werk was sterk weersafhankelijk. Bij slecht weer kon er amper gewerkt worden. Van half april tot begin september was er veel werk; in de andere maanden was er slechts werk voor de helft van de arbeiders. Het loon was afhankelijk van het aantal gevormde stenen. Vrouwen en kinderen kregen minder betaald dan de mannelijke arbeiders en deden ook andere werkzaamheden.
Hieronder volgt een korte opsomming en beschrijving van een aantal van deze steenfabrieken in de 19e eeuw. Het overzicht en de gegevens zijn overgenomen uit de artikelenreeks van Ben Janssen in Bij de Tijd.
- Steenoven bij het Westervoortse veer
De eerste vermelding van een steenoven in Westervoort dateert uit de zeventiende eeuw. Op een kaart uit 1642 staat een vierkante gesloten steenoven getekend in de uiterwaarden. Op latere kaarten is deze steenoven niet meer terug te vinden.
- Steenoven bij schans Geldersoord
De volgende vermelding van een steenoven dateert uit 1787 als Jan Janssen uit Kleef een briquetterie opricht in de uiterwaarden bij de schans Geldersoord, dichtbij het huidige Looveer naar Huissen. In 1812 werkten in deze fabriek 9 arbeiders die daarmee 1 franc per dag verdienden. In 1821 kochten de toenmalige eigenaren van de fabriek, de gebroeders de Bruin, het fort Geldersoord, en voegden de grond bij de steenfabriek. In 1834 ging de steenfabriek failliet, en werd de steenoven voor F 7950,- verkocht. Het bestond op dat moment uit twee veldovens, loodsen, een huis met erf, weiland, moeras en water. Het huis werd bewoond door de steenbaas.
In de jaren erna werd de fabriek flink uitgebreid. In 1849 zou de steenfabriek worden afgebroken door de toenmalige eigenaar Arend van Rossum, die op de grond een tuin met theekoepel liet aanleggen. Op dat moment bestond de fabriek uit zes ovens en arbeidershuisjes te waarde van F 18.874,97. Er werkten 14 volwassenen en 15 kinderen.
- Steenoven van Derk Terwindt aan de IJssel
In 1853 begint Derk Terwindt met de bouw van een steenoven aan de IJssel ter hoogte van de spoorbrug. Terwindt bezat al een steenoven in Angeren en in Gendt. De steenfabriek had 14 mannen, 4 vrouwen, 10 jongens en 2 meisjes in dienst. Om hen te huisvesten, bouwt Terwindt in 1858 vijf arbeiderswoningen bij de fabriek. In 1869 wordt de fabriek gesloten; de beschikbare kleigrond was op. In 1878 werd de oven gesloopt.
- Steenoven van Coenraad Avelingh aan de IJssel
Naast de steenoven van Terwindt begint Avelingh in 1853 met de bouw van een veldoven en een bazenwoning om zijn steenfabriek te starten. Al in dit eerste jaar zette hij 80 arbeiders aan het werk met een gemiddeld weekloon van 5 gulden voor mannen, F2,50 voor vrouwen en F2,- voor de kinderen. In 1866 kwam de eerste machine in het bedrijf; een steenpers met een kleimolen die werd aangedreven door een paard en die de klei door middel van een hefboom met een perser in de vormbak drukte. Het aantal werknemers daalde en bedroeg in 1881 30 personen, wat deze steenoven een van de kleinste in Westervoort maakte. In 1886 sloot de fabriek; in 1891 werden de restanten van de ovens gesloopt.
- Steenfabriek De Nijgraaf
Steenfabriek De Nijgraaf van de gebroeders Avelingh lag aan de IJssel en werd gebouwd in 1856. In 1900 werd een petroleummotor aangeschaft om de steenpersen aan te drijven in de plaats van paardenaandrijving. De volgende eigenaar van de fabriek, de Westervoortse aannemer Hoijinck, vereenvoudigde zo’n tien jaar later de aanvoer van de klei door een stoomlocomotief in te zetten. Uiteindelijk werd de fabriek rond 1970 gesloten door onvoldoende grondstof en de slechte economische omstandigheden.
- Steenfabriek De Knibbelwaard
Deze steenfabriek werd in 1862 geopend door de eigenaar jhr. J.A.C.A. van Nispen tot Sevenaer en lag aan de IJssel naast de fabrieken van Terwindt en Avelingh. De fabriek leverde voornamelijk aan de regio maar af en toe ook daarbuiten. In 1866 werden twee handpersen aangeschaft om het proces te versnellen. In 1874 werden 1,3 miljoen stenen geproduceerd. Een jaar later had de fabriek drie veldovens en 47 arbeiders. Na het overlijden van de jonkheer in 1875 kwam de fabriek in de handen van zijn erfgenamen en wisselde nog een aantal keer van eigenaar. In 1894 werd de fabriek gesloten en de ovens gesloopt. Het huis van de steenbaas werd een boerderij die uiteindelijk in 1915 ook is gesloopt.
- Steenfabriek De Emptepol
De Emptepol is de bekendste Westervoortse steenfabriek omdat hij tot vrij recent in gebruik is geweest en nog altijd goed zichtbaar aanwezig is in het landschap naast de IJsselbrug in de snelweg A12. Oorspronkelijk stond op deze plek bij de spoorbrug over de IJssel de erve Empte Pol met een hofstede, schuur en omliggende landen die in bezit waren van de familie Torck. In 1868 kocht Derk Terwindt, die al een andere steenfabriek in Westervoort in bezit had (zie nr. 3), de erve Empte Pol van de toenmalige eigenaar de ouarière Van Pallandt van Rosendael. Een jaar later kreeg Terwindt vergunning om een steenfabriek op te zetten op de Emptepol en begon hij met de bouw van de veldovens. Tien jaar later bestond de fabriek uit 4 ovens en waren en 46 arbeiders in dienst.
In 1913 wordt de Emptepol eigendom van A.J. de Witte die de firma Gebroeders de Witte opricht en de fabriek moderniseert. Hij neemt drie stoommachines in gebruik en vervangt in 1924 de veldovens door een ringoven, die in 1931 wordt vergroot en verbouwd tot een vlamoven.
Na verschillende overnames werd de fabriek eind 1970 gesaneerd. Op het terrein zijn nog diverse getuigen van het verleden terug te vinden; de steenoven met schoorsteen, een woonhuis, kantoorgebouw, het persgebouw met ketelhuis. Ook de kleiputten zijn nog zichtbaar samen met een smalspoor en de funderingen van de veldovens.
Er zijn plannen om de Emptepol tot rijksmonument te benoemen. Ook zijn er diverse plannen geopperd om het complex weer actief in gebruik te nemen, o.a. als wellnesscentrum, outdoorcentrum of zwembad, maar geen enkel plan is tot nu toe gerealiseerd.
- Steenfabriek De Jager, later IJsseloord
Bedrijventerrein IJsseloord ligt momenteel op het grondgebied van de gemeente Arnhem maar tot 1953 behoorde dit stuk grond toe aan de gemeente Westervoort. In 1899 werd hier een steenfabriek gebouwd door de aannemers die een gedeelte van de spoorbrug zouden gaan vervangen. Bij de verbouwing van de onderbouw van de brug was zo’n grote hoeveelheid stenen nodig, dat het bouwen van een eigen steenfabriek lonend was. De steenfabriek kreeg de naam De Jager en al in 1901 werkten er 49 arbeiders. Een stoomlocomobiel dreef de steenpersen aan.
In 1902 was de brug klaar en werd de fabriek doorverkocht. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de fabriek eigendom van D.P. van Capellen van Walsum die De Jager omdoopte in IJsseloord. De oude ovens werden vervangen door een vlamoven en er werd een vaste stoommachine aangeschaft.
In 1953 ging de fabriek over naar de gemeente Arnhem door een wijziging van de gemeentegrenzen. Eind 1985 werd de fabriek gesloopt en was de naam IJsseloord het enige wat nog herinnerde aan de oude steenovens.
- Steenfabriek De Pley
Steenfabriek de Pley ligt in de Loowaard en lag tot 1953 op Huissens grondgebied. Toen in 1953 de gemeentegrenzen tussen Huissen en Westervoort gewijzigd werden en de Loowaard bij Westervoort werd gevoegd, was de steenfabriek al gesloopt.
De fabriek was in 1863 opgericht door J.S. Zadelhoff uit Duiven. De fabriek werd diverse keren verkocht. De laatste eigenaar was E.J.H. Ariëns, die ook de steenfabriek Meinerswijk in Arnhem-Zuid in bezit had. Op 10 mei 1940 werd de fabriek ernstig beschadigd en kwam het werk stil te liggen. De fabriek werd tijdens de oorlog gebruikt door de omwonenden om illegaal varkens te slachten. Ariëns overleed in 1943 en zijn erfgenamen sloten de fabriek definitief in 1945 waarna de locatie in de jaren daarna leeggehaald werd.
Bronnen
- Dr. G.B. Janssen, Baksteenfabricage in de gemeente Westervoort. Serie artikelen in: Bij de Tijd. Kwartaalblad van de Historische Kring Westervoort, vijfde jaargang, maart 1988, nummer 1 t/m zevende jaargang, december 1990, nummer 4
- R. Paalman, Steenfabrieken in perspectief. Perspectief voor in onbruik geraakte steenfabrieken in hernieuwd dynamische uiterwaarden van Arnhem (Delft 2013)
- Antoon Berntzen, De Empte Pol. Steenfabriek te Westervoort (Westervoort 2001)