Het gemaal in Giesbeek
Al in 1328 lag er bij Giesbeek een sluis om wateroverlast tegen te gaan. Om de waterstroom goed te regelen, zou een gemaal echter noodzakelijk zijn. Na veel gesteggel tussen Angerlo en de Liemers, kon het polderdistrict De Lijmers in 1881 beginnen met de bouw van een stoomgemaal met machinistenwoning. Het werd gesitueerd tussen de bestaande Lathumse sluis bij Giesbeek en de weg naar de steenoven. In 1883 werd het gemaal dat bestond uit drie centrifugaalpompen, drie stoommachines en vijf stoomketels in gebruik genomen.
In de Tweede Wereldoorlog werd de noodzaak van het gemaal overduidelijk. Het bouwwerk met de bijbehorende schoorsteen was zwaar beschadigd geraakt. Bovendien waren er geen kolen en geen stroom. De pompen moest stilgelegd worden. De gevolgen waren snel zichtbaar; in 1944-1945 kwam ruim 220 hectare van het polderdistrict De Lijmers onder water te staan.
De bemaling werd eind 1945 hervat. Men had twee pompaggregaten met dieselmotor kunnen kopen. Stoom werd niet meer gebruikt; het gemaal werkte vanaf deze tijd volledig op elektriciteit. Na enige tijd werd duidelijk dat het gemaal versleten begon te raken en niet langer voldoende capaciteit had. In 1976 werd besloten tot de bouw van een nieuw gemaal. Het oude gebouw werd gesloopt en vervangen door het nieuwe vijzelgemaal De Liemers dat op 10 juni 1981 officieel werd geopend door Commissaris van de Koningin W.Geertsema. Een originele centrifugaalpomp uit 1882 is als monument tentoongesteld bij het nieuwe gemaal.
Bronnen
- O.Bonte, L. van der Linde, J.W. Weiss, Een andere kijk op Angerlo Giesbeek Lathum (Aalten, 2003)
- J.Th.M. Giesen, Het Giesbeekse gemaal, in: Mededelingenblad van “Stad en ambt Doesborgh” 35-36, (Doesburg, 1984) 18-20
- Krantenknipsels Angerlo 1981