Gemeente Zevenaar
De stad Zevenaar en de kerkdorpen Oud-Zevenaar en Babberich, de buurtschappen Grieth, Holthuizen, Kwartier, Ooy, Zweekhorst en het overige buitengebied vormen al eeuwenlang samen één gemeente.
Op 24 januari 1487 werd Zevenaar tot stad verheven door Johan II, hertog van Kleef en graaf van Mark. De oorspronkelijke akte bevindt zich in het oud-archief van de gemeente Zevenaar. In vergelijking met andere steden in Gelderland kreeg Zevenaar relatief laat stadsrechten. Het merendeel van de gemeenten werd al in de 13e of 14e eeuw tot stad verheven. In de akte van 1487 werd onder andere bepaald dat de rechtspraak van het land en het ambt Liemers in de stad Zevenaar gehouden moesten worden. De uitoefening van het recht zou uitgevoerd worden door een richter en acht schepenen. Verder staan in de akte bepalingen over de ticheloven, de marktrechten, belastingen en het burgerrecht. Zo stelt de akte dat het verboden was om ‘lijf noch goet’ van Zevenaarse burgers in beslag te nemen. Ook kregen de burgers van Zevenaar vrijstelling van tolheffing bij de tol van Huissen. In het land van de Liemers en Wehl mocht alleen in de stad Zevenaar brood gebakken worden en bier gebrouwen worden. Ook mocht er geen bier verkocht worden dat van buiten Zevenaar afkomstig was. Op vrijdagmorgen mocht een weekmarkt worden gehouden en tweemaal per jaar een vrije jaarmarkt.
Eeuwenlang had het stadje Zevenaar, het hart van de Liemers, de tijden niet mee. Na de hertogen van Kleef, waren het de keurvorsten van Brandenburg en nadien de Pruissen, die hier de dienst uitmaakten. Groei zat er door de voortdurende malaise nauwelijks in en in 1793 telde Zevenaar nog slechts 900 inwoners. Het gezicht van Zevenaar werd gedurende lange tijd bepaald door twee belangrijke huizen: het huidige huis Zevenaar aan de Wittenburgstraat en de inmiddels al lang gesloopte burcht Sevenaer. Kenmerkend voor Zevenaar was ook de omwalling en de gracht, als ook de vier stadspoorten te weten de Bleckse-, Griethse-, Didamse- en Kerkpoort.
In 1811, na de inlijving (1810-1813) van ons land bij Frankrijk, ontstond naar Frans voorbeeld de mairie (gemeente). Na de woelingen van de Franse tijd werd Zevenaar op 1 juni 1816 toegevoegd aan het Koninkrijk der Nederlanden. De gemeente Zevenaar telde toen 2564 inwoners, waarvan er 1000 woonachtig waren in de stad zelf. De 19e eeuw was een periode van grote misoogsten, ziekten, honger en ellende. Handel en nijverheid van betekenis waren hier nauwelijks te vinden en het merendeel van de inwoners vond een karig bestaan in de landbouw of leefde van de bedeling.
De aansluiting op het spoorwegnet in 1856 betekende niet onmiddellijk dat Zevenaar werd opgestoten in de vaart der volkeren, maar het duurde nog tot 1907 voor Zevenaar een nijverheid van enige omvang kreeg. Max von Gimborn vestigde toen zijn inktfabriek in huize De Doelen en in 1920 kwam de Turmac sigarettenfabriek, die werk bood aan veel inwoners en mensen uit de omgeving. Rond 1940 bood Zevenaar een redelijke infrastructuur in de vorm van een aantal middenstandszaken, een ziekenhuis en enkele scholen van voortgezet onderwijs.
De Tweede Wereldoorlog bracht Zevenaar grote schade toe waardoor de wederopbouw evenwel met veel élan ter hand werd genomen. Nieuwe woonwijken verrezen in snel tempo rond de oude kern en het aantal inwoners steeg daardoor in snel tempo. Zo telde de gemeente Zevenaar in 1958 nog 10.000 inwoners en in 1973 bedroeg dit aantal evenwel reeds 25.000 vervolgens werd in 1979 het hoogtepunt bereikt met 27.500 inwoners. Door het streekplan Midden-Gelderland, dat Provinciale Staten van Gelderland in 1978 hebben vastgesteld, is de rem gezet op de groei van het inwonertal. Hierdoor is het aantal inwoners teruggelopen tot rond de 26.000
Sinds de Franse tijd heeft de gemeente 13 burgemeesters gehad. Een overzicht van de burgervaders met hun bestuurstermijnen:
- G.F.L. Bötticher 1799-1817
- L.A.H. Frowein 1818-1832
- Jhr. J.L.W.C. von Weiler 1832-1837
- Dr. L.F. Vermeer 1838-1844
- Jhr. Mr. C.E.J.F. van Nispen tot Pannerden 1844-1870
- F.J.H. baron van Voorst tot Voorst 1871-1906
- A.L.W. baron van Hugenpoth tot Aerdt 1906-1908
- L.F.C.H.M. ridder de van der Schueren 1908-1920
- Jhr. A.E.M. van Nispen tot Pannerden 1920-1946
- F.J.W. van Gent 1946-1975
- A.P.J. van Bastelaar 1976-1987
- Drs. R.P.H. Oudenhoven 1988-2001
- Drs. J.A. de Ruiter, 16 mei 2001 tot heden.
Hij was tot aan zijn benoeming PvdA-wethouder van de gemeente Almelo, vervolgens werd hij na de fusie van de gemeenten Zevenaar en Angerlo herbenoemd tot burgervader van deze nieuw gevormde gemeente.
Door de gemeentelijke herindeling werden Zevenaar en Angerlo per 1 januari 2005 één gemeente. In april 2003 werd van rijkswege door het toenmalige kabinet een wetsvoorstel ingediend over gemeentelijke herindeling van 27 dorpen en steden in de streken Achterhoek, Graafschap en Liemers en de plaatsen Deventer en Bathmen; daarna behandelde de Tweede Kamer de kwestie en werd het een feit dat Zevenaar en Angerlo per 1 januari 2005 zouden gaan fuseren.
Net vóór de fusie had Zevenaar 25.960 en Angerlo 5.001 inwoners en de oppervlakten van de gemeenten waren respectievelijk 2765 en 3040 hectaren. Een gemeentelijke herindeling heeft in de ogen van het Rijk een groot aantal voordelen. Zo zijn grotere gemeenten in staat een betere kwaliteit van dienstverlening te leveren en bovendien zijn de gemeenten minder kwetsbaar en is de continuïteit beter gewaarborgd en heeft meer bestuurskracht en kan daardoor efficiënter werken.
Wanneer Angerlo en Zevenaar twee zelfstandige gemeenten zouden blijven, waren de volgende gemeenteraadsverkiezingen in maart 2006. Toen de gemeentelijke herindeling van Zevenaar en Angerlo op 1 januari 2005 echter plaatsvond, werden de raadsverkiezingen vervroegd en konden alle stemgerechtigde burgers 17 november 2004 naar de stembus om een nieuwe gemeenteraad te kiezen voor de nieuwe gemeente Zevenaar. De gekozen raad, die 23 zetels telt, koos daarna 4 wethouders en Drs. J.A. de Ruiter werd herbenoemd tot burgemeester, vervolgens besloot men vanuit het bestaande gemeentehuis in Zevenaar de nieuwe gemeente te gaan besturen en een gemeentelijke naamsverandering vond men niet nodig.
Bronnen
- J.Th.M. Giesen, Raad en gemeentehuizen in Zevenaar en Angerlo, in: Gemeentehuizen in Gelderland van Aalten tot Zutphen (Arnhem, 1995)
- Informatiegids gemeente Zevenaar, 1975.
- Gemeentebrochure, Angerlo en Zevenaar, Een prachtige gemeente, Zevenaar, 2003.
- A.J.M. Akkermans, M.A.M. van den Heuvel en G.J.H. Krosenbrink, (red.), Zevenaar stad in de Liemers (Zutphen, 1986)
- Gemeentearchief Zevenaar
- W. Zondervan, Het oud-archief van Zevenaar en het Ambt Liemers, 1501-1816 (Zevenaar, 1973)
Zie ook onderwerpen : Stadsrechten Zevenaar, burgemeesters en secretarissen, gemeentehuis Zevenaar