De gemeentehuizen van Zevenaar

De geschiedenis van het raadhuis van de gemeente Zevenaar is niet een verhaal van één of twee gebouwen maar van vele verschillende gebouwen en ruimtes die door het bestuur gebruikt zijn bij de uitoefening van hun taken. In 1487 kreeg Zevenaar stadsrechten van de hertog van Kleef. De stad werd bestuurd door een college van schepenen dat voorgezeten werd door een burgemeester. Deze was tevens de richter van het toenmalige ambt Lijmers. Het ambt Lijmers bestond uit het gebied van de huidige gemeenten Zevenaar en Duiven.

Over de ruimte die het schepencollege gebruikte vanaf de verlening van de stadsrechten is heel weinig bekend, omdat van de gemeente Zevenaar vrijwel geen archief bewaard is gebleven uit de vijftiende en zestiende eeuw. Wel is bekend dat in 1637 door het stadsbestuur het ‘oude raad- en schoolhuis’ is verkocht voor 255 daalder aan mr. Gerrit van Raay. Hieruit valt af te leiden dat het pand dat het college van schepenen tot 1637 gebruikte ook dienst deed als school. De exacte locatie van het eerste raadhuis is niet bekend, maar volgens de verkoopakte zou het gelegen zijn achter de kerk. Volgens W. Zondervan zou het pand hebben gestaan op de plaats waar nu het adres Doelenstraat 2 is.

Het geld dat verdiend werd met de verkoop van het raad- en schoolhuis, werd gebruikt om een pand aan de markt op te knappen. Dit huis was rond 1610 door de weduwe Romswinckel en Aleid van Herwairden, de weduwe van Volckmans, per testament aan de gemeente vermaakt. Om het huis geschikt te maken als raadhuis werd het voor 255 daalder verbouwd door timmerman Sander. Toch is het gebouw niet lang in gebruik geweest. In 1695 kocht het gemeentebestuur een huis met tuin en schuurtje aan de markt (het huidige adres Markt 71) van Albert Luirman. Wat er met het oude raadhuis is gebeurd, is niet te achterhalen.

Het gemeentehuis aan de markt zou lange tijd gebruikt worden door het gemeentebestuur maar er was structureel te weinig geld voor goed onderhoud. Er werd gezorgd dat het huis er van buiten goed uitzag; uit rekeningen is op te maken dat het raadhuis bijna jaarlijks gewit werd en dat de kozijnen en deuren geverfd werden in Engels rood, zodat de voorgevel de stadskleuren vertoonde. Van binnen werd de toestand echter steeds slechter. Het bedrag dat de gemeente vanuit de overheid mocht besteden aan het raadhuis was ontoereikend. De klachten die de gemeente aan de regering van Kleef stuurde, werden niet gehoord.

In 1800 was het gebouw dermate vervallen dat het niet meer veilig was om te gebruiken. Het arrestantenlokaal was deels al ingevallen en de rest van het gebouw werd met noodmaatregelen overeind gehouden. De vele politieke veranderingen zorgden voor vertraging bij de plannen voor een nieuw gemeentehuis. Het gemeentebestuur zag zich genoodzaakt om een kamer te huren bij Kreiseinnehmer Böhme in de Kerkstraat. Vanaf 1801 stelde burgemeester Bötticher een ruimte in zijn woning Huis De Doelen beschikbaar tegen een jaarlijkse vergoeding.

In 1841 kan er eindelijk een nieuw gemeentehuis worden gekocht. Voor ƒ3.800,- wordt een nieuw pand op de hoek van de Didamse- en de Wittenburgstraat gekocht inclusief schuur, die gebruikt zou worden als gevangenbewaarplaats en brandspuitberging. Het pand zou tevens het kantongerecht gaan huisvesten.

Maar ook dit raadhuis voldeed na zestig jaar niet meer aan de eisen van het gemeentebestuur. En dus werd in 1904 het vijfde raadhuis van de gemeente Zevenaar gebouwd. Het oude raadhuis werd gesloopt en op dezelfde plek verrees een gemeentehuis ontworpen door architect A.J. Joling. Het pand in Hollandse Renaissancestijl werd voor ƒ12.930,- gebouwd door de aannemer Th.W.A. Damen uit Wehl.

Na de Tweede Wereldoorlog bleek al snel dat het gemeentehuis te klein was geworden voor het ambtelijk apparaat. Op de plek waar tot het einde van de oorlog het Huis Hoek van de familie van Nispen tot Pannerden had gestaan, werd wederom een nieuw gemeentehuis gebouwd, dit keer door architect W.A.M. van der Ven. Op het dak kwam een carillon te staan en in de raadzaal werd door kunstenaar Frans Jacobs een muurschildering aangebracht. Op 7 september 1959 werd het nieuwe gemeentehuis geopend.

De grote bevolkingsgroei in de jaren ’60 maakte het noodzakelijk om meer werkruimte te vinden voor het mee groeiende aantal ambtenaren. In plaats van het bouwen van een nieuw gebouw werd er ditmaal gekozen voor een uitbreiding van het bestaande gemeentehuis. In 1982 werd begonnen aan de nieuwbouw die was ontworpen door architectenbureau Heineman, Vos en Ten Broeke. De officiële opening vond plaats op 5 oktober 1984.

Anno 2010 blijkt het gemeentehuis van Zevenaar wederom niet meer te voldoen aan de eisen. Het gebouw voldoet niet meer aan de huidige arbo-normen, is niet goed toegankelijk voor mensen met een lichamelijke beperking en uiteraard speelt ruimtegebrek weer een rol. Door de herindeling met Angerlo in 2005 is het aantal inwoners en ambtenaren toegenomen; zowel de kantoorruimtes voor werknemers als de raadzaal zijn te klein. Vanaf maart 2010 is een deel van de ambtenaren gehuisvest in de voormalige gebouwen van het BAT aan de Kerkstraat. Het gaat om de publieksbalies en enkele andere afdelingen. Een definitief besluit over de bouw van een nieuw gemeentehuis of de verbouw van het oude gebouw wordt verwacht eind 2010 of begin 2011.

Gemeentehuizen van Zevenaar

Bronnen

  • W. Zondervan, De vroegere raadhuizen te Zevenaar (1959)
  • T. De Roos, J. De Roos, Gemeentehuizen in Gelderland. Van Aalten tot Zutphen (Millingen aan de Rijn, 1995) 285-288
  • www.zevenaar.nl
  • ABC Gemeente Zevenaar