Joodse gemeenschap in Zevenaar

Zevenaar kende tot vóór de oorlog een kleine maar bloeiende Joodse gemeenschap. De Israëlitische gemeente had toen een ledental van 47 zielen verdeeld over 17 gezinnen. Bekende Joodse familienamen uit die tijd waren onder andere: Gans, Goud, Northeimer en Rosenberg.

In 1833 werd de synagoge in de Grietsestraat ingewijd door Josua Hertszveld, opperrabbijn van het rabbinaal ressort van Zwolle. De synagoge stond op de plaats waar in de zeventiger jaren van de vorige eeuw de sigarenwinkel van G.A. Teunissen was gevestigd, nu huisnummers 14-16. Sinds 1891 hadden de Joden ook een eigen begraafplaats aan de Arnhemseweg.

De Tweede Wereldoorlog had een diepe impact op de Joodse gemeenschap in Zevenaar. De meesten van hen werden in april 1943 door de bezetter gedeporteerd naar de vernietigingskampen Auschwitz en Sobibor. Slechts veertien Joden hebben het overleefd en keerden terug.

De synagoge was tussen 1942-1945 in gebruik als opslagruimte voor onder meer, door de bezetter, in beslag genomen radio’s. Het gebouw werd, evenals vele andere panden gedurende de Tweede Wereldoorlog, op 8 februari 1945 tijdens een Geallieerde luchtaanval vernietigd. Eerder hadden buren er al kerkboeken en kandelaars uitgehaald, die later in het Liemers Museum te Zevenaar terecht zijn gekomen. Later is daar nog een thorakleedje aan toegevoegd, een kleedje waarmee het kluisje was afgedekt, waarin de thorarollen (de Joodse wetsrollen) waren opgeborgen. Het kleedje werd gevonden door Canadese Joodse militairen, die na de bevrijding van Zevenaar de puinhopen aan de Grietsestraat bekeken en uit piëteit op zoek gingen naar overblijfselen.

Joodse gemeenschap in Zevenaar

Bronnen

  • De Gelderlander, 12 juli 1996
  • Hans Kooger, De Joodse gemeenschap van Zevenaar (Zevenaar, 1974)
  • Hans Kooger, Het oude volk, Kroniek van joods leven in de Achterhoek, Liemers en het grensgebied, Uitgave Staring Instituut (Doetinchem, 2001)