Steenfabrieken in Angerlo

Door de ligging aan de rivier de IJssel was de gemeente Angerlo, met daarbij de dorpen Lathum en Giesbeek, uitstekend geschikt voor de baksteen- en dakpannenindustrie. De verschillende steenfabrieken waren voor de werkgelegenheid van de dorpen van groot belang. De eerste productie van bakstenen vond al plaats in de 18e eeuw maar de grote bloei van deze industrie vond plaats in de 19e eeuw. Hier volgt een korte opsomming en beschrijving van een aantal van deze steenfabrieken in de 19e eeuw.

  1. De steen- en panovens op de Vaalwaard

Al in 1787 wordt op de Ossenkamp een steenoven geëxploiteerd door Theodorus Brandts, samen met zijn broer Jan-Willem en zijn zwagers. Vanaf 1802 bezitten zij ook een panoven in bezit bij de hofstede De Striep. De beide ovens leverden werk op voor 50 arbeiders. Na 1815 veranderen de ovens een aantal keer van eigenaar maar werden tot in het begin van de 20e eeuw nog geëxploiteerd.

Een mooie omschrijving van de steenfabrieken is te vinden in een verkoopakte uit 1835. “ Twee steenovens of steenfabrieken, bestaande in een grote gedekte en een kleinere opene steenoven, de eerstgemelde met 9 monden met pannen gedekt van drie zijden, met bergplaatsen voor turf, benevens een keuken en onderscheidene slaapplaatsen voor het werkvolk. Dan nog een kleine oven, ongedekt, droogloodsen, droogplaatsen, plaats voor het bereiden van aarde, vaste en losse gereedschappen, zoals twee vormtafels met toebehoren, twee natte karren en eenige steen- en andere kruiwagens. “

  1. Steen- en dakpannenfabriek “De Nijverheid” in Giesbeek

Deze fabriek werd in 1853 opgericht door Georg Jan Willem Carp op de Hoogewaard. In 1881 veranderde de toenmalige eigenaar Van den Bergh de fabriek van baksteen- naar dakpannenfabriek. In 1895 werd de fabriek gekocht en gesaneerd door de gebroeders van der Loo, steenbakkers uit Dieren.

  1. Steen- en pannenfabriek van Roding

In 1863 werd vergunning verleend aan T. Roding voor het oprichten van een steenoven op binnendijks land te Giesbeek, maar deze werd na twee jaar reeds gesloopt.

  1. Steenfabriek Beimerwaard

Vanaf 1874 exploiteerden Robert Jansen en Frans van de Loo uit Nijmegen in de Loenensche Middelwaard vier steenovens. De fabriek produceerde ruim 5 miljoen stenen per jaar en bood al n 1875 werk aan 60 mannen, 18 jongens en 1 meisje. In 1921 werd de fabriek gesloten en in 1939 zijn de ovens gesloopt.

  1. Steenfabriek Steenwaard

Deze fabriek begon in 1896 bij het Lathumse veer en werd geëxploiteerd door J. Vos en Alex Brands.

  1. Steenfabriek Rhemerwaard

In 1887 wordt aan de firma Nicolaas Terwindt vergunning verleend om een steenfabriek te bouwen in de Lathumer- en Rhemerwaard.

  1. Steenfabriek Koppenwaard

De steenfabriek op de Koppenwaard werd in 1885 opgericht door de Gebroeders Coenradus en Tieleman Avelingh. In 1891 werkten er 80 arbeiders; in 1901 nog maar 35 bij de invoering van de stoomkracht. De fabriek is al meer dan 25 jaar buiten gebruik. Momenteel wordt de herbestemming van het gebied bestudeerd. De opstallen van het complex zijn afgebroken, maar de oven en een plateau met kade aan de IJssel is bewaard gebleven. Enkele oorspronkelijke opzichter- en arbeiderswoningen bij het complex worden nog bewoond.

  1. Steenfabriek De Bahrsche Pol

In 1882 werd de vergunning tot het bouwen van een steenfabriek in Bahr aan de IJssel verstrekt aan Julius W.H. Conrad. De fabriek werd vernoemd naar de hofstede De Bahsche Pol die ook in eigendom was van de familie Conrad en op het terrein van de fabriek lag. De Bahrsche Pol was de eerste fabriek in Angerlo die gebruik maakte van een stoommachine bij het vervaardigen van stenen. In 1889 werd de fabriek verhuurd aan de firma Van Houten & Cie. Het complex bestond toen uit twee woningen, een ‘heerenkeet’, machinekeet, twee ovens met schuren, een tasveld en 9 hectare aan grond.

In 1892 werd een rapport opgemaakt over de arbeidsomstandigheden bij de fabriek na een bezoek van een Staatscommissie. Hierop kan worden opgemaakt dat er tijdens 5 maanden gewerkt werd door een ploeg van ongeveer 30 arbeiders tussen half 6 ’s ochtends en half 8 ’s avonds met 3 pauzes tussendoor. Het gemiddelde weekloon lag op maximaal 9 gulden tijdens het seizoen. Buiten het seizoen werkte slechts een groep van ongeveer 10 mensen voor een aanzienlijk lager loon.

In de twintigste eeuw werd de fabriek meerdere malen aan nieuwe eigenaren verkocht en veranderde de manier van werken door nieuwe ontwikkelingen, machines en wetgeving. In 1982 bestond de fabriek 100 jaar. De toenmalige eigenaar B.V. Beton- en steenfabriek De Bahrsche Pol had in dat jaar 14 man personeel in dienst.

Steenfabrieken in Angerlo

Bronnen

  • G.B. Janssen, Steenfabriek “De Bahrsche Pol” in honderd jaar (1882-1982), (Zevenaar, 1982)
  • Archief Steenfabriek De Bahrse Pol
  • R. Paalman, Steenfabrieken in perspectief. Perspectief voor in onbruik geraakte steenfabrieken in hernieuwd dynamische uiterwaarden van Arnhem (Delft 2013)