Uitbreidingsplannen gemeente Zevenaar
Eeuwenlang werd er nagenoeg niet buiten de omwalling van het stadje Zevenaar gebouwd. De bevolking nam nauwelijks toe; in 1793 telde Zevenaar, omgeven door de omwalling met stadsgracht en vier stadspoorten, slechts 900 inwoners. Het merendeel van de bevolking vond een karig bestaan in de landbouw. Nijverheid en handel van betekenis kwam niet voor. Dankzij de wekelijkse markt was Zevenaar echter wel een zeker middelpunt voor handel en nijverheid. Vooral de producten van veeteelt en landbouw gaven de markt bestaansrecht. Van de vroege industrievestigingen zijn de bierbrouwerijen vermeldenswaard, als ook de bitterbereiding, destilleerderijen, weverijen, een leerlooierij, een steenbakkerij en een houtzagerij. Enige verbetering trad in toen Zevenaar in 1856 werd aangesloten op het spoorwegnet.
Toen de bevolking vanaf 1900 (4413 inwoners) geleidelijk aan toenam, begon de uitbreiding van de stad buiten de omwalling bij de voormalige Griethsepoort. Het duurde nog tot 1907 voor Zevenaar een nijverheid van enige omvang kreeg. Max von Gimborn vestigde toen zijn inktfabriek en in 1920 de Turmac sigarettenfabriek. Rond 1940 bood Zevenaar een redelijke infrastructuur in de vorm van een aantal middenstandszaken, een ziekenhuis en enkele scholen voor voortgezet onderwijs.
De Tweede Wereldoorlog bracht Zevenaar grote schade toe, meer dan 60% van de bebouwing in het centrum van de stad was beschadigd of geheel vernield. De wederopbouw werd evenwel met veel elan ter hand genomen. Allereerst het verwoeste gedeelte van de kom van Zevenaar en voor de plaatselijke nijverheid werd een industrieterrein over het spoor (Zuidspoor) gerealiseerd. Later werd in de nabijheid van de rijksweg A12 een tweede industrieterrein aangelegd. Met de gemeente Didam werd een gemeenschappelijke regeling aangegaan ter bevordering van de ontwikkeling en bevordering van de industrialisatie van beide gemeenten: het industrieschap knooppunt autowegen Zevenaar-Didam.
Om de ontwikkeling van de gemeente in goede banen te leiden, werd een groot aantal gemeentelijke bestemmingsplannen vastgesteld. De nieuwe woonwijken verrezen in snel tempo rond de oude kern. De noord- en westzijde van Zevenaar werden daarna benut voor de aanleg van grote woonwijken. Dit gebied werd ontsloten door de nieuwe wegen Noordeinde en Westeinde. Ze waren tevens bedoeld als verbinding tussen de A12, het station en industrieterrein Zuidspoor. Het provinciaal streekplan Rijn en IJssel bood Zevenaar ruimte voor een groei naar 27.500 inwoners in 1979. Vervolgens werd het bestemmingsplan Centrum uitgevoerd en begon men met een ingrijpende gedaantewisseling van het centrum gericht op het verkrijgen van een zo goed mogelijk voorzieningenpatroon voor de inwoners. Dit had tot doel de koopkrachtbesteding van de bevolking zoveel mogelijk binnen de gemeente te houden.
Bronnen
- G.B. Janssen, Sociale woningbouw in Zevenaar (Zutphen, 1994)
- J.W. van Petersen en W. Zondervan, Oude ambachten en bedrijven achter Rijn en IJssel (Zutphen, 1972
- Archief van de gemeente Zevenaar (bestemmings- en uitbreidingsplannen)