Ziekenhuis te Zevenaar
Op de hoek Didamseweg-Bergvrede werd 13 april 1908 de eerste steen gelegd van het ziekenhuis met de fraaie Latijnse naam Consolatio Afflictorum (troost der lijdenden), en al in hetzelfde jaar op 10 november konden de patiënten onder begeleiding van zes zusters het nieuwe ziekenhuis betrekken. In het nieuwe gebouw was plaats voor 28 patiënten, met daarnaast een barak voor zes besmettelijke zieken. De geneeskundige leiding was in handen gelegd van J.G.A. Honig jr., huisarts te Zevenaar en tevens gemeentegeneesheer. In 1922 werd hij benoemd tot geneesheer-directeur van het ziekenhuis.
Al snel bleek het grote nut van een ziekenhuis voor de patiënten, die thuis anders onvoldoende zouden zijn verpleegd, en voor de gehele streek omdat vanuit het ziekenhuis betere begrippen over hygiëne en ziekenverpleging konden worden verspreid. Toen eind 1914 en begin 1915 een ernstige tyfus-epidemie binnen de bebouwde kom van Zevenaar dreigde te ontstaan, is het zeker voor het grootste deel aan de aanwezigheid van een ziekenhuis te danken geweest dat deze epidemie zich niet uitbreidde. Een tiental patiënten werd in de barak voor besmettelijke zieken opgenomen, waardoor het gevaar van besmetting van de omgeving werd weggenomen.
In 1916 kreeg het ziekenhuis er een tweede verdieping bij, de polikliniek werd uitgebreid en er kwam een tweede operatiekamer. Vervolgens werd toen de lichtgas-installatie vervangen door het elektrisch licht. Bij ministeriële beschikking werd het ziekenhuis in 1925 erkend als Groot Algemeen Ziekenhuis en daarmee geheel bevoegd verklaard voor de opleiding tot het diploma Algemene Ziekenverpleging A.
Van het begin af aan werd de verpleging verzorgd door de zusters van de Congregatie der Christelijke Scholen en van Barmhartigheid (zusters van Julie Postel). De communiteit van de zusters in Zevenaar telde op haar hoogtepunt 75 leden. Begin 1967 werden de taken van de zusters door een lekenbestuur overgenomen.
In 1924 kwam het Emmapaviljoen voor tbc-patiënten gereed, dat later werd uitgebreid en het sanatorium toen de naam Emma Oord kreeg. Men verpleegde rond 1940 ongeveer 180 tbc-patiënten en in 1951 was het aantal bedden tot 265 gestegen. In die tijd behoorde het sanatorium van Zevenaar tot de top-drie van Nederland. Langzamerhand nam het aantal patiënten af en Emma Oord werd in 1965 gesloten.
Het ziekenhuis, dat toen 203 bedden telde, ging dicht toen in 1980 aan de Hunneveldweg te Zevenaar het nieuwe streekziekenhuis gereed kwam (voor 1980 waren in de Liemers ook ziekenhuizen in Didam en Lobith). Op de plaats waar het oude ziekenhuis stond, werd in opdracht van de Algemene Stichting Woningbouw Zevenaar (ASWZ) op 17 december 1982 de eerste paal geslagen voor de nieuwbouw van de wijk Bergvrede. Voor de bouw van het huidige streekziekenhuis voor de Liemers werd in 1971 een schetsontwerp vastgesteld en bij de ziekenhuiscommissie ingediend. In december 1976 werd de toestemming voor de bouw verkregen en op 2 januari 1977 werd met de bouw begonnen. Op 28 mei 1980 konden de patiënten het nieuwe streekziekenhuis en het verpleeghuis betrekken; de totale investeringskosten voor de bouw waren respectievelijk 70,3 miljoen en 25,3 miljoen gulden.
Ziekenhuis en Verpleeghuis Zevenaar zijn vanaf 2006 grondig verbouwd. Nieuwe operatiekamers, vernieuwde kamers voor cliënten en patiënten en een vernieuwde entree geven het ziekenhuis en het verpleeghuis een flinke kwaliteitsimpuls. Ook werden twee nieuwe buren verwelkomd op het terrein: de Huisartsenpost (22-8-2006) en het Regionaal Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (eind 2007).
Bronnen
- M. Briedé en H.F.M. Korthaus: Zieken, Zorg en Zevenaar (Zevenaar, 1992)
- Zevenaar Post, 3 augustus 2005
- Documentatiecollectie Zevenaar